Hoofdlijnen

Bij de najaarsrapportage wordt een inschatting gemaakt van het verwachte resultaat bij de jaarrekening 2020. Per programma wordt daarnaast kort de stand van zaken weergegeven. Hierbij ligt het zwaartepunt op de financiële afwijkingen en korte toelichting op bestuurlijk relevante ontwikkelingen.

Er wordt gerapporteerd over de financiële afwijkingen in het lopende jaar ten opzichte van de Voorjaarsnota. De afwijkingen zijn berekend op basis van de realisatie tot en met september dit jaar, waarna een eindejaarvoorspelling voor 2020 is opgesteld.
De najaarsrapportage is in die zin een tussenstand in de uitvoering van de begroting. Dat betekent dat er richting het einde van het jaar altijd nog veranderingen kunnen optreden die tot en met september nog niet voorzien waren. Dit jaar is dat risico nog groter door de bijzondere omstandigheid vanwege corona. Momenteel worden al weer uitgaven gedaan vanwege de geïntensiveerde Corona maatregelen, die nog niet in de narap zijn verwerkt. Ook de inkomsten kunnen daardoor verder tegenvallen.
De besluitvorming door de raad over de voorgelegde begrotingswijzigingen streeft er naar dat wordt voldaan aan de eisen van begrotingsrechtmatigheid gedurende het jaar. Hieronder wordt het verwachte resultaat en de belangrijkste financiële afwijkingen toegelicht.

Verwacht rekeningresultaat 2020
In de raadsvergadering van 2 juli jl. is de begrotingswijziging bij de Voorjaarsnota vastgesteld. De begroting 2020 kreeg daarmee een voordelig saldo van € 0,4 miljoen.

Het saldo van de  overige mutaties in de Narap bedraagt afgerond € 1,1 miljoen nadelig. Hiermee komt het geprognosticeerde saldo aan het eind van het jaar uit op een nadeel van, afgerond € 0,6 miljoen. In de onderstaande tabel vindt u het cijfermatig overzicht hiervan. In de tekst bij de programma’s treft u de inhoudelijke toelichting aan.

(Bedragen x € 1.000)

Lasten

Baten

Saldo

Originele begroting

565.969

-565.989

-20

Mutaties Voorjaarsnota

1.979

-2.396

-417

Saldo na Burap

567.948

-568.385

-437

Mutatie MPG 20.2

-7.189

7.189

0

Subtotaal na Begroting 2020

560.759

-561.196

-437

Mutaties Narap exploitatie

31.495

-37.566

-6.071

Mutaties Narap reserves

5.983

1.157

7.140

Saldo Narap

37.478

-36.409

1.069

Begroting na Narap

598.237

-597.605

633

Narap en Corona-monitor
In de Narap zijn tevens de mutaties verwerkt uit de Corona-monitor. Onderstaande tabel geeft hiervan een uitsplitsing:

(Bedragen x € 1.000)

Lasten

Baten

Saldo

Coronamonitor

28.761

-32.989

-4.227

Waarvan Tozo balans

-3.250

3.250

0

Mutatie Coronareserve

4.227

0

4.227

Saldo Coronamonitor

29.738

-29.730

0

Overige mutaties Narap

5.984

-7.828

-1.844

Mutaties Narap reserves

1.756

1.159

2.913

Saldo Narap

37.478

-36.409

1.069

Belangrijkste financiële mutaties
Het nadelige resultaat is een optelling van diverse voor- en nadelen. Significante voordelen zijn er te melden op het gebied van uitkeringsverstrekking (BUIG), Gemeentefonds, vrijval overlopende posten 2019, de voormalige wet sociale werkvoorziening en Slim investeren. De grootste nadelen ontstaan op Specialistische jeugdhulp, aanpassing afschrijvingstermijn onderwijshuisvesting, treasury, capaciteit en inhuur en lagere toeristenbelasting. Deze aspecten worden hierna toegelicht. De overige mutaties worden verder toegelicht bij de programma's en in de bijlagen.

Voordelen

Beleidsontwikkelingen BUIG

Het voordeel op de BUIG bedraagt per saldo op lasten en baten € 2,9 miljoen.

Aan de batenkant is de rijksbijdrage BUIG € 2,3 miljoen hoger dan geraamd. De oorzaken zijn
conjunctuur, realisatie 2019, rijksbeleid, loon- en prijsbijstelling en een extra instroom in de bijstand als
gevolg van de corona-crisis. De hogere bijdrage als gevolg van corona wordt toegevoegd aan de
coronareserve (€ 1,8 miljoen). Aan de batenkant resteert dan een voordeel van € 0,5 miljoen.

Daarnaast stijgt aan de lastenkant het bijstandsbestand minder hard dan het landelijk gemiddelde.
Ondanks de sterke stijging in de laatste drie maanden is over het gehele jaar sprake van fors lagere
aantallen dan waar in de voorjaarsnota rekening mee is gehouden. De totale kosten van de
uitkeringen zijn daarmee € 2,4 miljoen lager dan gedacht.

Gemeentefonds
D e doorrekening van de mei- en septembercirculaire over 2020 resulteert in een nieuwe stand van het gemeentefonds. Het netto-effect van deze doorrekening is het bruto verschil ten opzichte van de vorige stand van het gemeentefonds, gecorrigeerd voor taakmutaties en bijstellingen in decentralisatie- en integratie-uitkeringen en stelposten. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat de taakmutaties en bijstellingen in decentralisatie- en integratie-uitkeringen direct doorwerken in de lastenkant van de begroting. Daar waar de meicirculaire een nadeel laat zien van € 1,3 miljoen geeft de septembercirculaire een voordeel van € 1,2 miljoen. In de Raads Informatie Brieven over de mei- en septembercirculaire worden de verschillende onderdelen verder gespecificeerd en toegelicht.

Vrijval overlopende posten 2019
Bij de jaarrekening 2019 zijn gemeentebreed overlopende posten opgenomen waarvoor in 2020 geen facturen meer komen en vrijvallen. Dit leidt tot een voordeel van € 0,8 miljoen.

Voormalige wet sociale werkvoorziening
De kosten van de voormalige Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) zijn lager als gevolg van een versnelde uitstroom van het aantal deelnemers. Het extra geld dat het Rijk bij de meicirculaire beschikbaar heeft gesteld is daardoor niet benodigd en leidt tot een voordeel van € 0,9 miljoen.

Slim investeren
Het budget Slim investeren is gericht op de opgaven binnen de 3D’s met focus op maatschappelijk rendement, waarbij het grootste gedeelte van de middelen naar Jeugd en Wmo gerelateerde investeringen gaat. Hierdoor kan versterkt in worden gezet op de transformatie en wordt voorkomen dat beperkingen in het systeem de vernieuwing stagneren.
In verband met de tekorten in de zorgkosten wordt het budget in 2020 alleen ingezet voor de lopende verplichtingen en voor de maatregelen in het kader van het terugdringen van de zorgkosten. Dat creëert financiële ruimte. De actuele prognose van de besteding van dit budget laat een onderbesteding zien van circa € 0,5 miljoen.

Nadelen
Specialistische jeugdhulp

Vanaf 2018 groeit het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdzorg, die in het eerste half jaar van 2020 flink doorzet. Dit zit voor een deel in de afname van de uitstroom uit de hulp maar vooral in destijgende instroom van jeugdigen in de jeugdhulp. Daarbij is, conform het regionale en landelijke beeld een toename in de zorgzwaarte zichtbaar. Er krijgen dus meer kinderen zorg en voor een gemiddeld hoger bedrag per kind. Er zijn maatregelen ingezet die bij de nieuwe instroom een verschuiving laten zien van zwaardere naar lichtere vormen van zorg. Omdat de bestaande groep die jeugdhulp ontvangt maar langzaam uitstroomt, is het effect van de maatregelen nog niet terug te zien in de kosten. Hierdoor stijgen vooral de kosten van specialistische jeugdhulp. Het is onrealistisch om te verwachten dat in 2020 de gemeente Zaanstad binnen het budget voor jeugdhulp blijft. Met een stevige sturing op de normbudgetten en de nu geldende cliëntenstop wordt naar verwachting het tekort met € 1 mln. teruggedrongen (verlaging van € 3,8 mln. naar € 2,8 mln.), mits er geen budgetgaranties aan zorgaanbieders worden gegeven. Richting de jaarrekening wordt rekening gehouden met een overschrijding die daardoor mogelijk hoger of lager kan uitvallen.

Aanpassing afschrijvingstermijn onderwijshuisvesting
Een investering bij onderwijshuisvesting is administratief verwerkt met een te lange afschrijvingstermijn (40 jaar in plaats van 20 jaar). Dat betekent dat de afgelopen jaren te weinig is afgeschreven op deze investering. Met deze mutatie worden de afschrijvingen gecorrigeerd voor een bedrag van € 0,9 miljoen.

Treasury
Het resultaat wordt door een aantal factoren bepaald. Ten eerste zijn, door de dalende rente leningen met langere looptijden zijn aangetrokken, waardoor de rente wat hoger uitviel dan oorspronkelijk geraamd (€ 0,24 mln). Daarnaast is er minder kapitaal nodig voor de grondexploitaties, waardoor er minder rente kan worden doorbelast dan begroot (€ 0,2 mln). Verder een klein nadeel op ontvangen rente rekening-couranthouders (€ 0,05 mln) en als laatste zijn er vervroegde aflossingen geweest van door ons verstrekte leningen (€ 0,15 mln). In totaal een nadeel van € 0,64 miljoen.

Capaciteit
Hiervoor wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering.

Overzicht
In de najaarsrapportage wordt gerapporteerd over de financiële afwijkingen ten opzichte van de voorjaarsnota. Onderstaande tabel toont een samengevat beeld van de financiële ontwikkelingen met een impact van € 200.000 of meer (NB: een negatief (-) bedrag betekent een voordeel). Daarbij is aangegeven op welke programma’s deze mutaties betrekking hebben. Bij de programma’s en in de bijlage begrotingswijzigingen kunt u verdere toelichting vinden.

(Bedragen x € 1.000)

Programma

Omschrijving

Bedrag

1

Specialistische jeugdhulp

2.800

1,2,3,6,8

Gemeentefonds meicirculaire 2020

1.312

3

Aanpassing afschrijvingstermijn onderwijshuisvesting

930

7

Treasury

642

alle

Capaciteit

500

7

Corona: baten toeristenbelasting

557

7 en apparaatskosten

Corona: bedrijfsvoering

535

5

Corona: baten parkeerbelasting

454

7

Vermakelijkhedenretributie Zaanse Schans

400

5

Hogere lasten civiele werken, groen en speelplaatsen

350

7

Corona: Invorderingen belastingen

300

5

Corona: Meerkosten afvalverwerking

273

1,3

GGD Gemeenschappelijke Regeling

210

7 en apparaatskosten

Dekking bedrijfsvoering

200

3,7

Corona: vervallen evenementen

-229

1

Reguliere peuterplaatsen

-250

1

Prijsindexatie beschermd wonen

-260

1

Slim investeren

-500

7

Vrijval overlopende posten uit 2019

-790

2

Voormalige Wet Sociale Werkvoorziening

-893

1,2,3,6,7

Gemeentefonds septembercirculaire

-1.231

2,7

Beleidsontwikkelingen BUIG

-2.897

alle

Overige per saldo < 200

-1.344

Saldo mutaties Narap

1.069

Reserves
Bij het vaststellen van de jaarrekening 2018 is de bestemmingsreserve 'Vooruit ontvangen bedragen bij decembercirculaire' gevormd. Naar verwachting gaat de gemeente bij de komende decembercirculaire ook weer van deze ontvangsten krijgen. De bedragen staan echter nog niet vast. Daarom wordt nu, net als vorig jaar, reeds voorgesteld om het principe te hanteren dat de extra middelen bij de decembercirculaire toegevoegd worden aan deze reserve. Door deze systematiek vast te stellen wordt het jaarrekeningresultaat niet beïnvloed door ontvangsten waarvan de besteding in de volgende jaren ligt.
De vorming van een reserve voor de middelen veilig thuis die zijn ingeboekt vanuit de septembercirculaire maar pas besteed kunnen worden in 2021 e.v., zal worden voorgelegd bij de besluitvorming over de jaarrekening 2020. Verder wordt ook voorgesteld om drie nieuwe bestemmingsreserves te creëren en te vullen.

  • Coronareserve

Conform de Corona-monitor het saldo (€ 4,2 mln) te doteren aan deze reserve voor inzet in 2021. Bij de jaarrekening wordt het exacte bedrag van de dotatie berekend.

  • Zijkanaal D

Kosten voor Zijkanaal-D schuiven door van 2020 naar 2021, daarom wordt voor een deel het budget nog niet gebruikt (€ -0,27 mln.) maar gedoteerd aan de reserve (€ 0,27 mln.) voor inzet in 2021.

  • Huisvestingsverordening

Het bij de Voorjaarsnota beschikbaar gestelde budget voor het beleid inzake woningsplitsing en
kamerverhuur wordt begroot op het programma ruimtelijke en gebiedsontwikkeling. Medio november
is de “wijziging huisvestingsverordening en presentatie woningsplitsing, /kamerverhuur en toeristische
verhuur” gereed. De implementatie loopt over het jaar heen, hiertoe wordt het niet aangewende deel
van het budget uit 2020 gereserveerd voor aanwending in 2021. (€ 0,14 mln)

Mutaties reserves in de Narap
In de Narap 2020 wordt € 6,0 miljoen gedoteerd aan bestemmingsreserves:

  • Coronareserve  € 4,2 mln
  • Actieplan Perspectief op Werk € 1,0 mln
  • Actief bestand € 0,8 mln
  • Zijkanaal-D € 0,3 mln
  • Reserve afschrijvingslasten -€ 0,9 mln
  • Overige € 0,6 mln

Er wordt € 1,2 miljoen minder onttrokken

  • Actieplan Poelenburg -€ 0,2 mln
  • Investeringsfonds € 1,2 mln
  • Overige  € 0,1 mln

Investeringen
Bij de begroting 2021 is ook het meerjaren investeringsplan (MIP) over het jaar 2020 geactualiseerd. Dit is nodig voor de berekening van de juiste kapitaallasten voor de jaren 2021 en verder. Na deze actualisatie is er nog een aantal aanpassingen doorgevoerd. Deze gaan met name om herfaseringen van kredieten over de jaren (IHP) en verschuivingen (binnen plafond openbare ruimte). Meer gedetailleerde informatie vindt u in het hoofdstuk investeringen waarin de wijzigingen voor de najaarsrapportage specifiek worden toegelicht. Deze aanpassingen hebben hierdoor geen gevolgen voor de (netto) kapitaallasten in de komende jaren. In deze najaarsrapportage worden de nieuwe kredietbedragen vastgesteld.  

Leeswijzer
In het hoofdstuk programma's worden per programma kort de voortgang op een programma en de financiële mutaties in het programma toegelicht. In het geval dat een financiële mutatie effect heeft op meerdere programma's, wordt alleen het financieel effect op het betreffende programma weergegeven. In de bijlage begrotingswijzigingen is een overzicht opgenomen waarin zichtbaar is hoe de financiële mutaties over de programma's heen bewegen.
Tevens wordt in deze rapportage kort ingegaan op de mutaties reserves, investeringen en projecten en de apparaatskosten. Tot slot toont het resultaatmodel de stand van de gewijzigde begroting.

Deze pagina is gebouwd op 02/01/2021 14:38:35 met de export van 02/01/2021 14:29:49